De harp is een tokkelinstrument en zit daardoor in dezelfde familie als de gitaar en de mandoline.
Je bespeelt het instrument met je twee handen: een langs elke kant van het instrument. Om makkelijk de verschillende noten en snaren te kunnen herkennen, merk je naast de normale snaren ook blauw-zwarte en rode kleurtjes op.
Ook je voeten bewegen mee: met de zeven pedalen kan je elke noot verhogen en verlagen. Omdat de harp een groot instrument is, start je als kind vaak op een klepjesharp.